Het is voor werkzaamheden aan een grasveld op het eerste gezicht lastig voor te stellen dat in twee instanties een rechter eraan te pas moest komen. Waarschijnlijk is ‘grasveld’ niet de juiste benaming want in het arrest wordt gesproken over ‘gazon’. De teleurstellende uitkomst van de werkzaamheden aan het gazon leidde tot deze strijd. Het springende punt was de ronkende offerte waarin een donkergroene grasmat werd gegarandeerd.
Het gerechtshof kwam al snel tot de juridische slotsom dat het een zogenaamde resultaatsverbintenis betrof. Maar toch bleef de opdrachtgever achter met een niet-perfecte grasmat en moest nog een bedrag aan de opdrachtgever betalen. Een pleister op de wond was de proceskostenvergoeding: die hoefde niet te worden betaald, omdat de opdrachtnemer kennelijk geen zin had in nog een ronde procederen en dus niet was verschenen. Waarom ging toch mis, want er was toch een garantie? Dat er een garantie was, klopt. Maar aan die garantie waren twee voorwaarden verbonden: de klant moet zich aan het opgegeven maai- en sproeischema houden.
In een zeer uitvoerige bespreking van met name alle mails concludeert het gerechtshof dat de instructies over het sproeien diverse keren niet of niet-voldoende zijn opgevolgd. Het verhaal is nog niet af: na een bericht dat de factuur niet werd betaald, had opdrachtnemer niets meer gedaan. Dat verwijt gaat niet op: door ten onrechte niet te betalen, dus ten onrechte het opschorten van de betalingsverplichting, mocht opdrachtnemer op zijn beurt wel diens verplichtingen opschorten. Waarschijnlijk was deze keer het gras bij de buren wel groener….